Deeg:
- 560 gram tarwebloem
- 7 gram droge gist
- 10 gram suiker
- 60 gram ongezouten roomboter, gesmolten en afgekoeld tot lauwwarm
- 100 gram ei (2 middelgrote eieren), op kamertemperatuur en los geklopt
- 250 gram melk, lauwwarm
- 10 gram zout
Verder:
- 1 ei, los geklopt met 1 eetlepel water
- maanzaad of sesamzaad om te bestrooien (optioneel)
Doe alle ingrediënten – behalve het zout – in een grote kom. Roer met een pollepel door elkaar tot alle bloem bevochtigd is. Stort op een werkplek en kneed met de hand in 15 – 20 minuten tot een soepel deeg. Voeg na 5 minuten kneden het zout toe. Voeg geen extra bloem toe als het niet echt nodig is; het deeg wordt vanzelf minder kleverig tijdens het kneden.
1e rijs:
Vet een grote kom in met wat olie en leg het deeg hierin, 1 keer keren zodat alle kanten met olie bedekt zijn. Dek de kom af en laat het deeg op kamertemperatuur in ± 1 uur in volume verdubbelen.
Vormen:
Stort het deeg op een licht met olie ingevette werkplek. Verdeel het met een deegsteker in 16 gelijke stukjes en maak er bolletjes van. Laat de bolletjes deeg afgedekt ± 10 minuten liggen en bol ze dan nog een keer goed op.
2e rijs:
Laat de bolletjes afgedekt op kamertemperatuur in ± 60 minuten tot bijna dubbel volume rijzen. Het deeg is genoeg gerezen als je er met een vinger op drukt en het deeg veert langzaam terug. Verwarm tijdens de 2e rijs de oven voor op 200 ºC.
Bakken:
Bak de broodjes in 15 – 20 minuten gaar en bruin.
Bronvermelding uit de keuken van Levine